pass

Uitspraak:  US [pæs] UK [pɑːs]
  • v.Door te communiceren; Pass; de bal
  • n.Doorgegeven examen; Paspoort gekwalificeerd
  • WebNa
v.
1.
om te gaan uit het verleden iets; te gaan langs een ander voertuig
2.
om te verplaatsen in een bepaalde richting of naar een bepaalde plaats of positie; om iets te verplaatsen in een bepaalde richting of naar een bepaalde plaats of positie; Als een weg, doorgegeven rivier, of stream via, over, enz. een plaats, het pad volgt die richting
3.
om succesvol te zijn in een onderzoek of een test door het bereiken van een bevredigend standaard; officieel keurmeester dat iemand erin geslaagd een onderzoek of testen omdat zij een bevredigende norm hebben bereikt
4.
iets om in te zetten iemand ' s hand of in een positie waar zij nemen kunnen; informatie te geven, met name bij de politie of aan een vijand; om iemand te geven valse geld als betaling voor iets
5.
Als tijd of een periode van tijd verstreken, het gebeurt en komt tot een einde; tijd om iets te doen
6.
om kick, raken, of gooien de bal naar een andere speler in een sportteam
7.
om een wet, voorstel, enz. meestal worden officiële, door te stemmen te aanvaarden; Als een wet, voorstel, enz. passeert, of een bepaalde wetgevende orgaan, passeert het officiële wordt als de uitslag van een stemming
8.
niet in staat om te antwoorden op een vraag, vooral in een test; gebruikt om te zeggen dat je niet het antwoord op een vraag weet
9.
Als woorden of uiterlijk tussen mensen doorgeeft, zij spreken met elkaar of kijken elkaar op een bepaalde manier
10.
om te komen tot een einde
11.
tot meer dan een bepaald bedrag
12.
gebeuren, of om te mogen gebeuren
13.
een opmerking maken of uitspreken, met name om te bekritiseren iemand of iets
14.
iets laat je lichaam als een afvalproduct of in een afvalproduct te maken
15.
om te stoppen wordt bezeten of worden gecontroleerd door één persoon en start worden bezeten of worden gecontroleerd door een andere
16.
overstappen van de ene staat naar de andere
17.
om te spelen niet een kaart of niet een bod te doen in een kaartspel
n.
1.
een officieel document dat u toestemming geeft om een plek; een officieel document dat u toestemming geeft voor het gebruik van een bijzondere vorm van vervoer zonder te betalen telkens
2.
een kick, hit, of gooien van de bal naar een andere speler in uw aangesloten bij sportvereniging
3.
een pad of weg die door een gebied van bergen gaat
4.
een van de verschillende fasen in een proces dat gaat controleren en het omgaan met informatie, vaak met behulp van een computer, ter verbetering van het
5.
een succesvol resultaat in een onderzoek of een test
6.
een beweging afgelopen, meer dan, via, enz. een plaats
v.
10.
to come to an end 
12.
17.
to not play a card or not make a bid in a card game 
n.