housebreakers

Uitspraak:  US [ˈhaʊsˌbreɪkər] UK [ˈhaʊsˌbreɪkə(r)]
  • na.Voor plunderingen en breken in andermans huizen; Mensen die het Britse huis splitsen
  • WebEen Rover; Home invasie berovingen van mensen; Inbraak
n.
1.
een dief die in huizen van mensen krijgt door het breken van Vensters, sloten, enz.
n.
1.
a thief who gets into people's houses by breaking windows, door locks, etc.