trumping

Uitspraak:  US [trʌmp] UK [trʌmp]
  • n.AAS; het laatste redmiddel; geluid; de goede
  • v.Over; de trompet (verklaard), Trump aten (tegenstanders kaarten), fabricage
  • WebTrump en Donald Trump;
n.
1.
een kaart die behoren tot de suitone van de vier soorten kaarten die spelers beslissen zullen waard het meest in een kaartspel; het pak dat spelers beslissen zullen waard het meest in een kaartspel
v.
1.
om te winnen tegen een andere kaart in een spel door te spelen een troef
2.
om te winnen of om te slagen, bijvoorbeeld in sport of bedrijf, omdat u hebt een voordeel dat je tegenstander geen heeft