rubber

Uitspraak:  US [ˈrʌbər] UK [ˈrʌbə(r)]
  • n.Rubber gummen; Gum
  • v.Rubber op...; SPic "rubberneck"
  • WebDe gum; rubber; rubber banden
n.
1.
een sterke stof dat gemakkelijk kan buigen en wordt gebruikt voor het maken van dingen zoals banden en laarzen. Rubber komt uit een boom
2.
een condoom
3.
een serie van games in bridge
4.
een gum; een gum voor een bord in een klaslokaal
5.
een stuk rubber op de grond waar de pitcherperson die de bal gooit in een honkbal spel staat
v.
1.
< slang, AmE > hetzelfde als rubberneck