instructor

Uitspraak:  US [ɪnˈstrʌktər] UK [ɪnˈstrʌktə(r)]
  • n.Instructeur; Touringcar; Docent; (College) docenten
  • WebMentor; Een leraar; Mentor
n.
1.
iemand wiens taak het is om te leren van een vaardigheid of een sport
2.
iemand wiens taak het is om studenten op school te leren of om te helpen met lesgeven aan de Universiteit