hamming

Uitspraak:  US [hæm] UK ['hæmɪŋ]
  • n.Ham, (Verenigde Staten) ham (boterham), brood (oud) stad dorp
  • adj.Pretentieus; slechte; zelfgenoegzaamheid; deelnemen aan amateur radio-ontvanger/zender
  • v.(Kunnen) overacting
  • WebHamming; Hamming; Hamming
n.
1.
vlees afgesneden van de dij van de achterpoot van een hog na het uitharden door zouten of roken
2.
de holle ruimte achter iemand ' s knie
3.
een licentie amateur radio-operator
4.
in de Bijbel, de tweede zoon van Noach, voorheen beschouwd als de stamvader van de Hamite mensen
5.
iemand, met name een acteur, die wordt uitgevoerd in een overdreven opzichtige stijl
6.
het vlees van het bovenste gedeelte van de achterste poten van een varken, conserven, met behulp van zout of rook
7.
iemand die verzendt en ontvangt radio berichten voor de lol
8.
een slechte acteur die een kunstmatige stijl van het uitvoeren van heeft
v.
1.
gedragen, overdrijven of uitvoeren van een rol in een overdreven opzichtige stijl