foozling

  • v.(Vooral in golf) tot onhandig (de bal) en verstrikt (dingen)
  • n.Slechte klap; mond, domme mensen
  • WebMooie oorlog fouten slag; afval
blow bobble boggle bollix (up) boot bugger (up) bumble bungle butcher dub flub fluff botch foul up fumble goof (up) louse up mangle mess (up) muck up muff murder screw up
v.
1.
te doen iets slecht of onhandig, met name om verstrikt een schot in golf
n.
1.
iets gedaan zwaar of onhandig, met name een mislukte schot in golf