flexure

Uitspraak:  US ['flekʃə] UK ['flekʃə]
  • n.Flex; "matter" bochten; plooien; "een paar" scheefheid
  • WebKnik; flexure; Monoclinal vouwen
n.
1.
een daad van buigen of wordt gebogen
2.
een bocht of kromme, e. g. in een lichaamsdeel of orgaan
n.
2.
a bend or curve, e. g. in a body part or organ